De brieven van Willem van Oranje S DELFT - Als daar een krijgsgevangene sneuvelt, dan gaan er hier twee aan. Zo nam Willem van Oranje het op voor zijn vriend Marnix van Sint Aldegonde. Holland was al bevrijd van de overheerser, maar Utrecht waar Van Sint Aldegonde gevangen zat, zuchtte nog onder het Spaanse juk. Willem van Oranje uit zijn dreigement in een brief op 3 april 1574.
De brief maakt deel uit van de inventaris van de correspondentie van de Vader des Vaderlands, waaraan dertig jaar is gewerkt. Brieven van en aan Willem van Oranje (1533-1584) zijn vanaf 13 april op internet te lezen. Prins Willem Alexander stelt de databank op 12 april in werking (www.inghist.nl).
Het gaat om 12.609 documenten, waarvan er 4968 aan de prins waren gericht. Van de overige 7641 schreef de prins er 254 met eigen hand. Dat is niet extreem veel, maar senior-onderzoeker prof. dr. H. Smit van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis vermoedt dat er drie keer zo veel brieven zijn geweest. De brieven zijn opgespoord uit meer dan tweehonderd archieven en bibliotheken.
"Alleen aan zijn familie en aan vostelijke lieden schreef hij persoonlijk", zegt Smit. De prins gebruikte twee handtekeningen. In het Frans tekende hij met Guillaume de Nassau, in het Duits met Wilhelm, prinz zu Uranien. Wie in de brieven uitbarstingen van grote emotie verwacht, komt bedrogen uit. "De troon is doorgaans zakelijk', stelt Smit vast.
Maar vier huwelijken en voortdurende geldnood moeten toch sporen nalaten. Zo laat hij zijn eerste echtgenote, Anna van Egmond, weten dat hij al twee weken niets van haar heeft vernomen. Blijkens dat schrijven, gedateerd op 21 juni 1552, stond hij er persoonlijk niet al te florissant voor.
Amusant zijn brieven over een vechtpartij tussen hofdames, die eindigt in het ontslag van beiden. Pas veel later, in de negentiende eeuw, zou het niet ongebruikelijk zijn in brieven persoonlijke sores centraal te stellen.
Het meest frequent correspondeerde Willem van Oranje met zijn broer Jan, die stadhouder van Gelderland was (424 brieven). Deze calvinistische houwdegen zag zich in Gelre geconfronteerd met een bevolking die meerderheid rooms-katholiek was gebleven en dat wilde weten ook.
Opmerkelijk is dat de maatschappelijke actualiteit over de watergeuzen in Brielle of het Leids ontzet zelden in de brieven wordt vermeld. Dat komt omdat groot nieuws of vertrouwelijke berichten destijds niet via brieven maar mondeling werden overgebracht. Smit: "De Spanjaarden onderschepten regelmatig brieven." Daarom stuurde Willem van Oranje sommige brieven voor de zekerheid in duplo. Als er één brief werd onderschept, kwam de andere toch aan.
De meeste brieven zijn geschreven in het Nederlands, Frans en Duits. Frans was de hoftaal, Duits Oranjes moedertaal. Maar het schrift van de zestiende eeuw is niet makkelijk te lezen. Ontcijfering vergt niet zelden een cursus paleografie, oud schrift. Sommige brieven zijn in geheimtaal met cijfers.
De correspondentie van Willem van Oranje was 170 jaar geleden al object van onderzoek. De historicus en anti-revolutionaire politicus Groen van Prinsterer publiceerde in acht delen brieven van en aan de prins in het Frans. Hoofdmoot waren de brieven uit het Koninklijk Huisarchief, waarvan Groen directeur was.
Bood Groen 760 brieven aan, de databank van Smit telt er bijna 13.000. Smit ziet de zogeheten brievenboeken die opdoken uit het Koninklijk Huisarchief als de voornaamste vondst in de databank. Dat waren formulierboeken, opgesteld door ene klerk, die een voorbeeld voor uitgaande correspondentie vormde. "Die 1700 documenten geven een beeld van de verdediging van Holland in de 1572-1575. De behandeling van krijgsgevangenen is daarvan een voorbeeld."
De oudst bekende brief van Willem van Oranje schreef hij als 17-jarige. Hij bericht zijn neef Filips III van Hanau dat het hem goed gaat en verheugt zich op een paardrenwedstrijd met hem op het paard dat hij van Karel V heeft gekregen.
Zijn laatste brief dateert van enige weken voor zijn dood. Het is een strategisch document over de bedreiging van Zutphen. "Het is dat het om Willem van Oranje gaat. Anders waren veel brieven toch wel erg saai", verzucht Smit. Op 10 juli 1584, bij het verlaten van de eetzaal van het Prinsenhof in Delft waar hij woonde, werd Willem van Oranje op de trap vermoord. Vier dagen na zijn dood arriveerde een brief van leden van de Staten-Generaal uit Frankrijk. Ze waren nog niet van het nieuws op de hoogte.
Vanaf 13 april om 12.00 uur is de volledige correspondentie van de Vader des Vaderlands, Willem van Oranje, online te raadplegen.
De immense digitale databank is vandaag door Prins Willem Alexander in het Stedelijk Museum Het Prinsenhof in Delft officieel in werking gesteld.
Unieke databank De activering van de inventaris van de correspondentie van Willem van Oranje vormde het sluitstuk van een megaklus waaraan dertig jaar is gewerkt.
In die periode heeft het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis 12.609 authentieke documenten verzameld, zoals brieven, redevoeringen, commissies en rekesten, gericht aan of afkomstig van Willem van Oranje (1533-1584).
Daartoe zijn 194 archieven en bibliotheken geraadpleegd in Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Italië, Oostenrijk, Duitsland, Polen, Denemarken, Zweden en Groot-Brittannië.
Al die stukken zijn nu via internet beschikbaar voor de wetenschap. Van elke brief worden in een database de kerngegevens gegeven: afzender, ontvanger, datum, plaats van verzending, vindplaats en een korte inhoudsaanduiding. Van de meeste brieven en documenten zijn afbeeldingen gemaakt. De opnamen zijn gescand en de afbeeldingen worden gekoppeld aan de briefnummers in de database.
Oud schrift Wel vergt het de nodige voorkennis voor degenen die de databank willen raadplegen. De meeste brieven zijn geschreven in het Nederlands, Frans en Duits in het schrift van de zestiende eeuw. Soms is dat schrift gemakkelijk te leren, soms is kennis van het oude schrift onontbeerlijk om de inhoud te ontcijferen.
Eigen hand Van de 12.609 beschikbare documenten zijn er 4968 aan de prins gericht. Van de overige 7641 schreef de prins er 254 met eigen hand. Dat lijkt niet zo veel, maar onderzoeker Hans Smit van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis vermoedt dat er drie keer zo veel brieven zijn geweest. Ook beschikte de prins over een aantal secretarissen en klerken, die voor hem de meeste brieven schreven. Hij hoefde dan alleen maar te ondertekenen.
“Alleen aan zijn familie en aan vorstelijke lieden schreef hij persoonlijk'', weet Smit. Wie in de brieven uitbarstingen van grote emotie verwacht, komt bedrogen uit. “De troon is doorgaans zakelijk”, zo stelde Smit vast. Pas veel later, in de negentiende eeuw, zou het niet ongebruikelijk zijn in brieven persoonlijke sores centraal te stellen.
Maar vier huwelijken en voortdurende geldnood moeten toch sporen nalaten. Zo laat hij zijn eerste echtgenote, Anna van Egmond, weten dat hij al twee weken niets van haar heeft vernomen. Blijkens dat schrijven, gedateerd op 21 juni 1552, stond hij er financieel niet al te florissant voor.
De prins gebruikte twee handtekeningen. In het Frans tekende hij met Guillaume de Nassau (zie links), in het Duits met Wilhelm, prinz zu Uranien.
Tachtigjarige Oorlog Het meeste correspondeerde Willem van Oranje met zijn broer Jan, die stadhouder van Gelderland was (424 brieven). Deze calvinistische houwdegen zag zich in Gelre geconfronteerd met een bevolking die meerderheid rooms-katholiek was gebleven en dat wilde weten ook.
Opmerkelijk is dat de maatschappelijke actualiteit tijdens de Tachtigejarige Oorlog over de watergeuzen in Brielle of het Leids ontzet zelden in de brieven wordt vermeld.
Dat komt omdat groot nieuws of vertrouwelijke berichten destijds niet via brieven maar mondeling werden overgebracht. "De Spanjaarden onderschepten regelmatig brieven, '' weet Smit. "Daarom stuurde Willem van Oranje sommige brieven voor de zekerheid in duplo. Als er één brief werd onderschept, kwam de andere toch aan. " Ook bestaan er brieven in geheimtaal met cijfers.
Eerste en laatste brief De oudst bekende brief van Willem van Oranje schreef hij als 17-jarige. Hij bericht zijn neef Filips III van Hanau dat het hem goed gaat en hoopt om de komende zomer met Filips een paardrenwedstrijd te houden op het paard dat hij van Karel V heeft gekregen.
Zijn laatste brief dateert van enige weken voor zijn dood. Het is een strategisch document over de bedreiging van Zutphen. Op 10 juli 1584, bij het verlaten van de eetzaal van het Prinsenhof in Delft waar hij woonde, werd Willem van Oranje op de trap vermoord. Vier dagen na zijn dood arriveerde een brief van leden van de Staten-Generaal uit Frankrijk. Ze waren nog niet van het nieuws op de hoogte.